Vrome bloeddorst op zee

Door Geertje Dekkers in de Volkskrant van 3 oktober 2008. 

Op zondag 12 september 1915 zag de bemanning van het Noorse schip Joan Rein een zwalkend vissersschip op de Noordzee. Het was helemaal onttakeld: De zeilen waren weg, net als alle netten, touwen en luiken. De bemanning bleek nog te leven, maar was ernstig verward. Vol overtuiging vertelden ze dat de wereld was vergaan en dat ze op weg waren naar het hemelse Jeruzalem. Al snel bleek dat ze in hun vreemde geestestoestand verschrikkelijke daden hadden begaan. Drie bemanningsleden waren vermoord. Bloedsporen in het ruim getuigden ervan. Het zwalkende schip was de Noordzee V, een zogenoemde logger (een schip bestemd voor de Noordzeevisserij op haring) die ruim een maand eerder uit Katwijk was vertrokken. Het zou bekend komen te staan als de gekkenlogger van Katwijk. 
De vreemde gebeurtenissen waren een week voor de ontmoeting met de Noren begonnen met een visioen van een van de vissers, Arie Vlieland. Hij had de stervende Jezus aan het kruis gezien, die zei: 'Het is volbracht.' Vlieland was zwaar onder de indruk van zijn ervaring en vertelde erover aan de andere mannen. De vissers waren afkomstig uit het diep-religieuze Katwijk en op een na lid van de Nederlandse Hervormde Kerk, de grootste in het dorp. Veel leden waren daarnaast actief in bevindelijk-gereformeerde genootschappen, waar alles draaide om waarachtig geloof: Ieder moest God zelf leren kennen, zoals Vlieland met zijn visioen overkomen was. 
Een 'bekering' noemden de Katwijkers zo'n religieuze ervaring en die betekende dat Vlieland voorbestemd was om naar de hemel te gaan. Hoewel alle bevindelijken hoopten op zo'n belevenis, waren die uitzonderlijk. Vlieland zal daardoor veel aanzien hebben verworven onder de bemanning. Dat lijkt althans gedeeltelijk te verklaren waardoor bijna alle opvarenden van de Noordzee V in de greep kwamen van dezelfde religieuze waan. Vlieland begon na zijn visioen te preken en steeds meer bemanningsleden raakten in vervoering. Op maandag, een dag na zijn religieuze ervaring, hoorden hij en twee anderen bazuingeschal uit de hemel. Weer een dag later zag een deel van de mannen rondom de opgaande zon allerlei gebouwen en torens. Het hemelse Jeruzalem, legde Vlieland uit. Terwijl hij door preekte, kregen meer vissers visioenen, en beschouwden zichzelf als bekeerd. Sommigen hadden hun twijfels. Visser Klaas Kuyt betwistte de autoriteit die Vlieland verworven had en bespotte hem door te dansen en de anderen uit te lachen. Volgens Vlieland was Kuyt bezeten van de duivel en moest hij dood. Eerst probeerde hij Kuyt zichzelf te laten doden. Hij beval hem te dansen tot hij erbij neer zou vallen. Toen dat niet werkte, stuurde hij hem naar het privaat, in de veronderstelling dat Kuyt daar zelfmoord zou plegen. Omdat hij dat niet deed, gooide de bemanning Kuyt overboord. Het volgende slachtoffer was stuurman Pieter van Duyn, aanvankelijk een trouwe volgeling van Vlieland. Toen Van Duyn vertelde dat hij niet meer in de visioenen geloofde, gooide Vlieland hem van het dek het ruim in. Terwijl Van Duyn vocht voor zijn leven, schopte de bemanning hem onder een bank, waar Vlieland samen met visser Jacob Jonker op hem insloeg met een ijzeren schop en een bijl. De bemanning hakte, onder het zingen van psalmen, de dode Van Duyn aan stukken en gooide hem overboord. Slechts een paar uur later vond de derde moord plaats. Jacob Jonker, die met Vlieland Van Duyn had vermoord, heeft mogelijk geroepen dat hij niets meer geloofde van de verhalen van Vlieland. Hij vond de dood in zijn kooi, waar de hele bemanning met alle mogelijke voorwerpen op hem inhakte. Het schip was het volgende offer: Op bevel van Vlieland sloopten de vissers zo veel mogelijk los, en gooiden ze alles in zee, zelfs navigatieapparatuur en proviand. In het hemelse Jeruzalem hadden ze dat allemaal niet meer nodig. In die toestand trof de Joan Rein de Noordzee V aan. Via Engeland werden de overgebleven opvarenden terug naar Nederland gebracht. Daar werden ze allemaal opgesloten in krankzinnigeninrichtingen. Gevangenisstraf heeft geen van de vissers gekregen, want psychiaters oordeelden dat iedereen die had meegedaan aan de moorden op dat moment geestelijk gestoord was geweest. In de loop van 1916 kwamen ze vrij uit de gestichten. Allen keerden ook weer terug naar Katwijk, behalve Arie Vlieland. Hij werd beschouwd als de aanstichter van de moorden en zou er geen leven meer hebben gehad. Of de schuld inderdaad bij Vlieland lag, is lastig te achterhalen. De verklaringen van de mannen spreken elkaar tegen. In hoeverre de Katwijkse vissers handelden uit een religieuze waan of gewoon bang waren voor Vlieland, zal wel nooit helemaal duidelijk worden. De Katwijker Robert Haasnoot verwerkte de gebeurtenissen in 1999 in de roman Waanzee, maar de Katwijkers hebben lang niet over het onderwerp gepraat. Want gek of niet, de mannen van de Noordzee V hadden zich laten leiden door woorden en beelden die rechtstreeks afkomstig waren uit de religieuze cultuur waarin zij waren opgegroeid. Dat te erkennen, was al te pijnlijk.
De ‘gekkenlogger van Katwijk’, daarover kon lang niet gesproken worden in het Zuid Hollandse vissersdorp. Het verhaal van de opvarenden, die bevangen door religieuze visioenen overgingen tot moord, leek een pijnlijke uitwas van de gereformeerde cultuur.

Genealogie Van der Steen, verhalen en stambomen, leren uit het verleden.

Terug naar Verhalen.