De Petronella Dorothea vergaan in 1863

In de nacht van 3 op 4 december 1863 verging het Pernisser vissersvaartuig de Petronella Dorothea met man en muis. Er bleven 12 Pernissers in zee: Schipper Jan Janse Versteeg, bemanningsleden: Willem van ’t Hof, Wouter Ketting, Willem Meyboom, Leendert Versteeg, Arend Verschoor, Dirk van der Steen, Willem van Pelt, Louwren Hans, Leendert van Vliet, Kornelis van Velen en Pieter de Winter.

Hendrik Bakkes dichtte ‘De bede voor de nagelaten weduwen en wezen’. Van het lange gedicht ten bate van de nabestaanden hier 2 verzen:

Wie zal, bij 't kruis u opgeleid, verlaten weeuw! uw kracht nu schragen! 
Wie zal dat kruis u leren dragen, terwijl uw hart van weedom schreit? 
Wie zal er, weesken, zich erbarmen, wanneer uw kleine, wank’le voet, 
Alreeds op dorens treden moet? Wie zal u koestren in zijn armen? 
Wie stilt, o treurenden! uw pijn? Wie zal uw trooster zijn?
Ik, zegt de Heer, ik, zegt uw God: Wien hebt gij, vrouw in 't rouwkleed, nader? 

Ik zal een man zijn en een vader; ik wil uw troost zijn in uw lot. 
Ik sloeg - maar niet uit lust tot plagen; 
Ik nam - maar 'k nam met wijsheid af; 
Ik doe uit menig somber graf, 
Het morgenrood der blijdschap dagen. 
Komt, droeven! Legt uw nood en smart, hier aan mijn Vaderhart.

Bronnen: De Geschiedenis van Pernis van Brunsting en het archief van het Visserijmuseum te Vlaardingen.

Genealogie Van der Steen, verhalen en stambomen, leren uit het verleden.

Terug naar Verhalen.